Noun | Related Translations | Other Translations |
banquet
|
banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; smulpartij
|
slemppartij; smulpartij; vreetfestijn
|
feast
|
banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; smulpartij; souper
|
ceremonie; feest; feestelijkheid; feestviering; festijn; festival; festiviteit; fuif; partij; partijtje; party; viering; vreugdefeest
|
festive dinner
|
banket; feestdiner; feestmaal; smulpartij; souper
|
|
festive meal
|
banket; feestdiner; feestmaal; smulpartij
|
|
gala dinner
|
banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner
|
|
spread
|
banket; feestdiner; feestmaal; smulpartij
|
beleg; broodbeleg; spreiding
|
supper
|
feestdiner; souper
|
avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
banquet
|
|
lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; smullen van
|
feast
|
|
celebreren; de hort op gaan; feesten; feestvieren; lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; smullen van; stappen; uitgaan; vieren
|
spread
|
|
een boodschap uitdragen; klaar leggen; rondstrooien; spreiden; uitdragen; uitspreiden; uitwrijven; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verkondigen; verspreiden; verstrooien; verwijden; voortwoekeren; wijder maken; zich verder verspreiden
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
spread
|
|
gespreid
|