Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ereteken:


Dutch

Detailed Translations for ereteken from Dutch to English

ereteken:

ereteken [het ~] noun

  1. het ereteken (onderscheidingsteken; onderscheiding; ridderorde; decoratie)
    the honour; the decoration; the knighthood; the order; the medal; the badge; the honor

Translation Matrix for ereteken:

NounRelated TranslationsOther Translations
badge decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde badge; insigne; kenteken; merkteken; munt; onderscheidingsteken; ordeteken; penning; pin; plaatje als herkenningsteken; speld; speldje; teken
decoration decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde aankleding; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; inrichting; kenteken; merkteken; onderscheidingsteken; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; sierwerk; smuk; speldje; teken; tooi; versiering; versiersel
honor decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde eer; eerbewijs; eergevoel; ere; prijs; trots
honour decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde eer; eerbewijs; eergevoel; eervolle onderscheiding; ere; prijs; trots
knighthood decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde adel; adeldom; ridderschap; ridderstand; ridderwezen
medal decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde medaille; munt; onderscheidingsteken; penning; plaatje als herkenningsteken; plak; teken
order decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde aanwijzing; bestelling; bevel; bevelschrift; bezorging; commando; consigne; dienstorder; dwangbevel; gebod; instructie; lastbrief; lintje; mandaat; opdracht; orde; order; overhandiging; regelmaat; taak; voorschrift; z-volgorde
VerbRelated TranslationsOther Translations
honor belonen; betalen; bezoldigen; eer aandoen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eren; functie bekleden; honoreren; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; ovatie brengen; salariëren; vervullen
honour belonen; betalen; bezoldigen; eer aandoen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eren; functie bekleden; honoreren; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; ovatie brengen; salariëren; vervullen
order aanrukken; aanvoeren; afkondigen; bestellen; bevel voeren over; bevelen; catalogiseren; classificeren; commanderen; decreteren; dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; ingeven; leiden; leidinggeven; macht uitoefenen; opdragen; ordenen; orderen; organiseren; overheersen; rangordenen; rangschikken; regelen; regeren; schikken; uitvaardigen; verordenen; verordonneren; voorschrijven

Related Words for "ereteken":

  • eretekenen, eretekens

Related Translations for ereteken