Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. een paar:


Dutch

Detailed Translations for een paar from Dutch to English

een paar:

een paar adj

  1. een paar (sommige; enkele; enige; wat)

Translation Matrix for een paar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
a couple of een paar; enige; enkele; sommige; wat
a few een paar; enige; enkele; sommige; wat
certain een paar; enige; enkele; sommige; wat absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
OtherRelated TranslationsOther Translations
a few 'n beetje; enig; wat
some 'n beetje; enig; sommige; wat
ModifierRelated TranslationsOther Translations
some een paar; enige; enkele; sommige; wat

Related Translations for een paar