Dutch

Detailed Translations for binnendringer from Dutch to English

binnendringer:

binnendringer [de ~ (m)] noun

  1. de binnendringer (geveltoerist; inbreker; dief)
    the burglar; the thief; the intruder; the housebreaker; the infiltrator; the sneak-thief; the cracksman; the cat burglar; the interloper
  2. de binnendringer (indringer; insluiper)
    the intruder; the trespasser; the sneak thief
  3. de binnendringer (infiltrant; spion)
    the spy; the infiltrator; the interloper; the intruder; the sneak-thief

Translation Matrix for binnendringer:

NounRelated TranslationsOther Translations
burglar binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
cat burglar binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
cracksman binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
housebreaker binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
infiltrator binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; infiltrant; spion
interloper binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; infiltrant; spion
intruder binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; indringer; infiltrant; insluiper; spion indringster; infiltrante
sneak thief binnendringer; indringer; insluiper
sneak-thief binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; infiltrant; spion
spy binnendringer; infiltrant; spion geheim agent; politiespion
thief binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker dief; ladelichter; rover
trespasser binnendringer; indringer; insluiper
VerbRelated TranslationsOther Translations
spy bespieden; bespioneren; gluren; spieden; spioneren; stiekem kijken

Related Words for "binnendringer":

  • binnendringers