Noun | Related Translations | Other Translations |
delivery
|
afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering; overhandiging
|
aanbieding; aflevering; afstaan; bestelling; bevalling; bezorging; declamatie; editie; geboorte; leverantie; levering; oplevering; overdracht; overhandiging; uitgave; uitlevering; verlossing; versvoordracht; voordracht; wijze van voordracht; zending
|
distribution
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
distributie; distributiekantoor; uitstrooiing; verspreiding
|
extradition
|
afgifte; overhandiging
|
uitlevering
|
granting
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
akkoord; fiat; gegevensverstrekking; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming; verstrekking
|
handing over
|
afgifte; overhandiging
|
inlevering
|
issue
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
actiepunt; aflevering; editie; emissie; geval; issue; kwestie; punt; uitgave; uitgifte; uitstoot; zaak
|
supplies
|
afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering
|
aanvoer; toevoer
|
supply
|
afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering
|
aanvoer; aflevering; leverantie; levering; maatregel; schikking; toevoer; uitlevering; voorziening; zending
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
issue
|
|
openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven
|
supply
|
|
aanleveren; afleveren; bestellen; bevoorraden; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; rondbrengen; thuisbezorgen; toedragen; toeleveren; toevoeren; verschaffen; verstrekken; versturen; zenden
|
Other | Related Translations | Other Translations |
issue
|
|
uitkomen; uitstromen
|