Dutch
Detailed Translations for legitimeren from Dutch to English
legitimeren:
-
legitimeren
Conjugations for legitimeren:
o.t.t.
- legitimeer
- legitimeert
- legitimeert
- legitimeren
- legitimeren
- legitimeren
o.v.t.
- legitimeerde
- legitimeerde
- legitimeerde
- legitimeerden
- legitimeerden
- legitimeerden
v.t.t.
- heb gelegitimeerd
- hebt gelegitimeerd
- heeft gelegitimeerd
- hebben gelegitimeerd
- hebben gelegitimeerd
- hebben gelegitimeerd
v.v.t.
- had gelegitimeerd
- had gelegitimeerd
- had gelegitimeerd
- hadden gelegitimeerd
- hadden gelegitimeerd
- hadden gelegitimeerd
o.t.t.t.
- zal legitimeren
- zult legitimeren
- zal legitimeren
- zullen legitimeren
- zullen legitimeren
- zullen legitimeren
o.v.t.t.
- zou legitimeren
- zou legitimeren
- zou legitimeren
- zouden legitimeren
- zouden legitimeren
- zouden legitimeren
en verder
- ben gelegitimeerd
- bent gelegitimeerd
- is gelegitimeerd
- zijn gelegitimeerd
- zijn gelegitimeerd
- zijn gelegitimeerd
diversen
- legitimeer!
- legitimeert!
- gelegitimeerd
- legitimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for legitimeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
identify | legitimeren | bepalen; bestemmen; constateren; determineren; herkennen; identificeren; identiteit vaststellen; vaststellen; vereenzelvigen |
prove identity | legitimeren |
Wiktionary Translations for legitimeren:
legitimeren
verb
-
to make legitimate
External Machine Translations: