Dutch
Detailed Translations for parcours from Dutch to English
parcours:
-
de parcours (baan)
Translation Matrix for parcours:
Noun | Related Translations | Other Translations |
course | baan; parcours | beloop; cursus; cursusprogramma; diner; eten; gerecht; handelwijze; koers; kursus; leergang; leerprogramma; les; lesprogramma; lesuur; maal; maaltijd; manier; methode; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijsprogramma; procedure; richting; route; schotel; studie; trant; wijs; wijze |
track | baan; parcours | afstand; baan; baanvak; buitenweg; dreef; etappe; hielspoor; landweg; nummer; paadje; pad; rails; ronde; route; spoor; spoorbaan; spoorweg; spoorwegwissel; tournee; traject; trekpad; wagenspoor; weg; wissel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
course | voortvloeien uit | |
track | achternagaan; achternalopen; bijhouden; in hetzelfde spoor lopen; nalopen; sporen; volgen | |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
course | verloop |