Verb | Related Translations | Other Translations |
ridicule
|
|
belachelijk maken; bespotten; de draak steken; de spot drijven; ironiseren; spotten; uitlachen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
idiotic
|
ridicuul
|
achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot
|
insane
|
ridicuul
|
achterlijk; dwaas; eigenaardig; geestelijk gestoord; geestesziek; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; waanzinnig; zot
|
ludicrous
|
ridicuul
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend; ongerijmd
|
ridiculous
|
ridicuul
|
absurd; achterlijk; belachelijk; bespottelijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onzinnig; stupide; typisch; vreemd; zot
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
ridicule
|
ridicuul
|
absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend
|