Summary
Dutch to English: more detail...
- knecht:
- knechten:
-
Wiktionary:
- knecht → menial, knave, servant
- knecht → servant, maid, attendant, man-servant, handmaid, handmaiden, maid-servant, servant-girl
- knechten → enslave
Dutch
Detailed Translations for knecht from Dutch to English
knecht:
-
de knecht (dienstknecht; dienaar)
-
de knecht (hulpje)
-
de knecht (boerenknecht)
Translation Matrix for knecht:
Related Words for "knecht":
Wiktionary Translations for knecht:
knecht
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knecht | → servant; maid; attendant; man-servant; handmaid; handmaiden; maid-servant; servant-girl | ↔ domestique — personnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers. |
• knecht | → servant; attendant; man-servant | ↔ serviteur — Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité. |
knechten:
-
knechten
Conjugations for knechten:
o.t.t.
- knecht
- knecht
- knecht
- knechten
- knechten
- knechten
o.v.t.
- knechtte
- knechtte
- knechtte
- knechtten
- knechtten
- knechtten
v.t.t.
- heb geknecht
- hebt geknecht
- heeft geknecht
- hebben geknecht
- hebben geknecht
- hebben geknecht
v.v.t.
- had geknecht
- had geknecht
- had geknecht
- hadden geknecht
- hadden geknecht
- hadden geknecht
o.t.t.t.
- zal knechten
- zult knechten
- zal knechten
- zullen knechten
- zullen knechten
- zullen knechten
o.v.t.t.
- zou knechten
- zou knechten
- zou knechten
- zouden knechten
- zouden knechten
- zouden knechten
en verder
- ben geknecht
- bent geknecht
- is geknecht
- zijn geknecht
- zijn geknecht
- zijn geknecht
diversen
- knecht!
- knecht!
- geknecht
- knechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het knechten
the subjugating
Translation Matrix for knechten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
subjugating | knechten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
enslave | knechten | |
subjugate | knechten |