Dutch
Detailed Translations for zeveren from Dutch to English
zeveren:
-
zeveren (kwijlen)
-
zeveren (kletspraat verkopen; lullen; zwammen; zwetsen)
Conjugations for zeveren:
o.t.t.
- zever
- zevert
- zevert
- zeveren
- zeveren
- zeveren
o.v.t.
- zeverde
- zeverde
- zeverde
- zeverden
- zeverden
- zeverden
v.t.t.
- heb gezeverd
- hebt gezeverd
- heeft gezeverd
- hebben gezeverd
- hebben gezeverd
- hebben gezeverd
v.v.t.
- had gezeverd
- had gezeverd
- had gezeverd
- hadden gezeverd
- hadden gezeverd
- hadden gezeverd
o.t.t.t.
- zal zeveren
- zult zeveren
- zal zeveren
- zullen zeveren
- zullen zeveren
- zullen zeveren
o.v.t.t.
- zou zeveren
- zou zeveren
- zou zeveren
- zouden zeveren
- zouden zeveren
- zouden zeveren
diversen
- zever!
- zevert!
- gezeverd
- zeverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zeveren:
Related Words for "zeveren":
zeveren form of zever:
Translation Matrix for zever:
Noun | Related Translations | Other Translations |
colander | klens; vergiet; zeef; zever | |
strainer | klens; vergiet; zeef; zever |
Related Words for "zever":
Wiktionary Translations for zever:
zever
Cross Translation:
noun
-
deceptive talk
-
nonsensical talk or thinking
-
nonsense
-
backtalk,sarcasm,cheek
- sass → gedoe; tegenspreken; zever
-
silly nonsense
-
thing of little importance or worth
-
nonsense
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zever | → trifle; nonsense | ↔ baliverne — Propos frivole, occupation futile |
• zever | → drool; spittle; saliva | ↔ bave — salive épaisse et visqueux qui découler de la bouche. |
• zever | → saliva; spittle | ↔ salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments. |