Summary
Dutch
Detailed Translations for verontschuldigen from Dutch to English
verontschuldigen:
verontschuldigen verb (verontschuldig, verontschuldigt, verontschuldigde, verontschuldigden, verontschuldigd)
-
verontschuldigen (excuses aanbieden; excuseren)
Conjugations for verontschuldigen:
o.t.t.
- verontschuldig
- verontschuldigt
- verontschuldigt
- verontschuldigen
- verontschuldigen
- verontschuldigen
o.v.t.
- verontschuldigde
- verontschuldigde
- verontschuldigde
- verontschuldigden
- verontschuldigden
- verontschuldigden
v.t.t.
- heb verontschuldigd
- hebt verontschuldigd
- heeft verontschuldigd
- hebben verontschuldigd
- hebben verontschuldigd
- hebben verontschuldigd
v.v.t.
- had verontschuldigd
- had verontschuldigd
- had verontschuldigd
- hadden verontschuldigd
- hadden verontschuldigd
- hadden verontschuldigd
o.t.t.t.
- zal verontschuldigen
- zult verontschuldigen
- zal verontschuldigen
- zullen verontschuldigen
- zullen verontschuldigen
- zullen verontschuldigen
o.v.t.t.
- zou verontschuldigen
- zou verontschuldigen
- zou verontschuldigen
- zouden verontschuldigen
- zouden verontschuldigen
- zouden verontschuldigen
diversen
- verontschuldig!
- verontschuldigt!
- verontschuldigd
- verontschuldigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verontschuldigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
excuse | excuus; genade; pardon; reden; smoes; smoesje; sorry; uitvlucht; vergeving; vergiffenis; vergoelijking; verontschuldiging; verschoning; voorwendsel | |
pardon | absolutie; amnestie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning; vrijlating | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
apologise | excuseren; excuses aanbieden; verontschuldigen | |
apologize | excuseren; excuses aanbieden; verontschuldigen | |
excuse | excuseren; excuses aanbieden; verontschuldigen | excuseren; vergeven; vergiffenis schenken; vergoelijken; verschonen |
pardon | excuseren; excuses aanbieden; verontschuldigen | vergeven; vergiffenis schenken |
Wiktionary Translations for verontschuldigen:
verontschuldigen
Cross Translation:
verb
-
allow to leave
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verontschuldigen | → apologize; excuse | ↔ entschuldigen — transitiv: freisprechen von einer Schuld |
• verontschuldigen | → excuse; make excuses; justify; validate; vindicate; forgive; pardon; remit | ↔ excuser — disculper dans une certaine mesure, présenter une personne ou une action comme moins coupable qu’elle ne sembler. |