Summary
Dutch to English: more detail...
- sinister:
-
Wiktionary:
- sinister → disastrous, dire
English to Dutch: more detail...
- sinister:
Dutch
Detailed Translations for sinister from Dutch to English
sinister:
-
sinister (onheilspellend; duister; dreigend; huiveringwekkend; luguber)
-
sinister (griezelig; eng; akelig)
Translation Matrix for sinister:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
creepy | akelig; eng; griezelig; sinister | angstaanjagend; beangstigend; dreigend; eng; engerd; gevaarlijk |
eerie | akelig; eng; griezelig; sinister | |
lugubrious | akelig; eng; griezelig; sinister | |
ominous | dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister | angstaanjagend; beangstigend; eng; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend |
scary | akelig; eng; griezelig; sinister | angstaanjagend; angstwekkend; beangstigend; donker; dreigend; dubieus; duister; eng; gevaarlijk; glibberig; griezelig; obscuur; onguur; schrikaanjagend; schrikwekkend; verdacht; vreesaanjagend; vreeswekkend |
sinister | akelig; dreigend; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister | angstaanjagend; beangstigend; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; luguber; macaber; obscuur; onguur; spookachtig; verdacht |
Related Words for "sinister":
Wiktionary Translations for sinister:
sinister
adjective
-
foreboding disaster; ill-omened
-
evil in great degree
English
Detailed Translations for sinister from English to Dutch
sinister:
-
sinister (ominous)
sinister; onheilspellend; duister; dreigend; huiveringwekkend; luguber-
sinister adj
-
onheilspellend adj
-
duister adj
-
dreigend adj
-
huiveringwekkend adj
-
luguber adj
-
-
sinister (terrifying; frightening; ominous; scary)
-
sinister (macabre; spooky; shady)
-
sinister (obscure; suspicious; suspect; shady; grimy; questionable; dubious; shifty; nasty; unreliable; slimy; scary; problematic; uncertain)
-
sinister (eerie; creepy; lugubrious; scary)
-
sinister (horrible; ghastly; ominous; obnoxious; appalling; detestable; abominable; horrid; terrible; odious; ill-fated; unholy)