Noun | Related Translations | Other Translations |
Anspielung
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aantijging; insinuatie; toespeling; verwijzing; zijdelingse verdachtmaking
|
Fingerzeig
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aanwijzing; sein; spoor; teken; toespeling; verwijzing; wenk
|
Hinweis
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzing; indicatie; kennisgeving; spoor; symptoom; teken; toespeling; verwijzing
|
Indiz
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aanknopingspunt; aanwijzing; spoor
|
Schimmer
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
flakkering; flikkering; flinter; floers; geflikker; glans; glanslaag; glanzen; glimmen; gloed; greintje; klein beetje; licht verspreiden; restjes; schijn; schijnen; schijnsel; schijntje; schittering; snufje; sprankjes; straling; vleugje; waas; zweem; zweempje; zweempjes
|
Spur
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aanwijzing; eigenschap; flinter; floers; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; scheutje; schijntje; snufje; snuifje; spoor; typering; vleugje; voetspoor; waas; zweem
|
Stichwort
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
consigne; steekwoord; trefwoord; verkiezingsleus; wachtwoord
|
Tip
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aanwijzing; spoor; toespeling; verwijzing
|
Wink
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
aanknopingspunt; aanwijzing; gebaar; geste; sein; spoor; teken; toespeling; verwijzing; wenk
|