Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. transactie:


Dutch

Detailed Translations for transactie from Dutch to German

transactie:

transactie [de ~ (v)] noun

  1. de transactie (deal; zaak)
    die Transaktion; Geschäft; der Handel; die Geschäfte
  2. de transactie
    die Transaktion
  3. de transactie
    die Buchung

Translation Matrix for transactie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Buchung transactie aanmelding; boeking; inschrijving; opgave
Geschäft deal; transactie; zaak bedrijf; bergplaats; depot; handel; kleine onderneming; nering; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis; winkel; winkelbedrijf; winkelzaak; zaak
Geschäfte deal; transactie; zaak aangelegenheden; affaires; bergplaats; commercie; depot; handel; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis; wereldse zaken; zaken
Handel deal; transactie; zaak ambacht; commercie; goederenhandel; handel; handelsverkeer; koophandel; markt; métier; negotie; stiel; vak
Transaktion deal; transactie; zaak
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Geschäft Werk

Related Words for "transactie":

  • transacties