Summary
Dutch to German: more detail...
- tooi:
- tooien:
-
Wiktionary:
- tooien → schmücken
- tooien → aufputzen, ausputzen, schmücken, verzieren, dekorieren, ausschmücken, auszeichnen, ausweichen, entweichen, meiden, vermeiden, aus dem Wege gehen, verhindern, umgehen, entgehen
Dutch
Detailed Translations for tooi from Dutch to German
tooi:
-
de tooi (versiering; draperie; decoratie; versiersel; corsage; ornamentiek; opluistering; sierwerk; decor; garnering; opsiering)
Translation Matrix for tooi:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Ausschmückung | corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel | benodigde; decoreren; monstering; opluisteren; opsieren; opsmukken; outfit; outillage; tooien; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versieren; versiering; versieringen aanbrengen |
Ordenszeichen | corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel | ordeteken |
Verzierung | corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel | benodigde; monstering; opluisteren; ornament; outfit; outillage; tooien; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versieren; versiering |
Related Words for "tooi":
tooi form of tooien:
-
tooien (opsieren; verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; verluchten; optuigen; opschikken)
schmücken; ausstaffieren; aufmachen; dekorieren; schminken; verzieren; aufpolieren; aufputzen; herausputzen; feinmachen-
ausstaffieren verb (staffiere aus, staffierst aus, staffiert aus, staffierte aus, staffiertet aus, ausstaffiert)
-
tooien (zich mooi maken; opsmukken; opsieren; zich opsmukken)
Conjugations for tooien:
o.t.t.
- tooi
- tooit
- tooit
- tooien
- tooien
- tooien
o.v.t.
- tooide
- tooide
- tooide
- tooiden
- tooiden
- tooiden
v.t.t.
- heb getooid
- hebt getooid
- heeft getooid
- hebben getooid
- hebben getooid
- hebben getooid
v.v.t.
- had getooid
- had getooid
- had getooid
- hadden getooid
- hadden getooid
- hadden getooid
o.t.t.t.
- zal tooien
- zult tooien
- zal tooien
- zullen tooien
- zullen tooien
- zullen tooien
o.v.t.t.
- zou tooien
- zou tooien
- zou tooien
- zouden tooien
- zouden tooien
- zouden tooien
en verder
- ben getooid
- bent getooid
- is getooid
- zijn getooid
- zijn getooid
- zijn getooid
diversen
- tooi!
- tooit!
- getooid
- tooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het tooien (opluisteren; versieren)
Translation Matrix for tooien:
Related Words for "tooien":
Wiktionary Translations for tooien:
tooien
Cross Translation:
verb
-
iets versieren
- tooien → schmücken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tooien | → aufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren; dekorieren; ausschmücken; auszeichnen | ↔ décorer — orner, parer, parler d’ornements d’architecture, de peinture, de sculpture. |
• tooien | → aufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren | ↔ orner — parer, embellir une chose, y ajouter, y joindre d’autres choses qui lui donnent plus d’éclat, plus d’agrément. |
• tooien | → aufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren; ausweichen; entweichen; meiden; vermeiden; aus dem Wege gehen; verhindern; umgehen; entgehen | ↔ parer — Traductions à trier suivant le sens |
External Machine Translations: