Dutch

Detailed Translations for toeschijnen from Dutch to German

toeschijnen:

toeschijnen verb (schijn toe, schijnt toe, scheen toe, schenen toe, toegeschenen)

  1. toeschijnen (lijken; schijnen; eruit zien)
    scheinen; beleuchten; ähneln; den Anschein haben; belichten
    • scheinen verb (scheine, scheinst, scheint, schien, schient, geschienen)
    • beleuchten verb (beleuchte, beleuchtest, beleuchtet, beleuchtete, beleuchtetet, beleuchtet)
    • ähneln verb (ähnele, ähnelst, ähnelt, ähnelte, ähneltet, geähnelt)
    • den Anschein haben verb (habe den Anschein, hast den Anschein, hat den Anschein, hatte den Anschein, hattet den Anschein, den Anschein gehabt)
    • belichten verb (belichte, belichtest, belichtet, belichtete, belichtetet, belichtet)

Conjugations for toeschijnen:

o.t.t.
  1. schijn toe
  2. schijnt toe
  3. schijnt toe
  4. schijnen toe
  5. schijnen toe
  6. schijnen toe
o.v.t.
  1. scheen toe
  2. scheen toe
  3. scheen toe
  4. schenen toe
  5. schenen toe
  6. schenen toe
v.t.t.
  1. heb toegeschenen
  2. hebt toegeschenen
  3. heeft toegeschenen
  4. hebben toegeschenen
  5. hebben toegeschenen
  6. hebben toegeschenen
v.v.t.
  1. had toegeschenen
  2. had toegeschenen
  3. had toegeschenen
  4. hadden toegeschenen
  5. hadden toegeschenen
  6. hadden toegeschenen
o.t.t.t.
  1. zal toeschijnen
  2. zult toeschijnen
  3. zal toeschijnen
  4. zullen toeschijnen
  5. zullen toeschijnen
  6. zullen toeschijnen
o.v.t.t.
  1. zou toeschijnen
  2. zou toeschijnen
  3. zou toeschijnen
  4. zouden toeschijnen
  5. zouden toeschijnen
  6. zouden toeschijnen
en verder
  1. ben toegeschenen
  2. bent toegeschenen
  3. is toegeschenen
  4. zijn toegeschenen
  5. zijn toegeschenen
  6. zijn toegeschenen
diversen
  1. schijn toe!
  2. schijnt toe!
  3. toegeschenen
  4. toeschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toeschijnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beleuchten eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen belichten; beschijnen; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten
belichten eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen belichten; beschijnen; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten
den Anschein haben eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen
scheinen eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen belichten; blaken; de schijn van iets hebben; dunken; er uitzien; excelleren; flikkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; licht geven; licht laten vallen op; licht schijnen; licht uitzenden; ogen; onderscheiden; overtreffen; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
ähneln eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op

Wiktionary Translations for toeschijnen:


Cross Translation:
FromToVia
toeschijnen scheinen; aussehen; erscheinen; zum Vorschein kommen; sich zeigen; auftauchen; zutage treten; an den Tag kommen; ans Licht kommen; als … dastehen paraîtreexposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.
toeschijnen scheinen sembler — avoir l’air, l’apparence