Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. toerusting:


Dutch

Detailed Translations for toerusting from Dutch to German

toerusting:

toerusting [de ~ (v)] noun

  1. de toerusting (uitrusting)
    die Ausstattung; die Ausrüstung

Translation Matrix for toerusting:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausrüstung toerusting; uitrusting benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
Ausstattung toerusting; uitrusting aankleding; benodigde; decoratie; gewaad; inrichting; kleren; monstering; outfit; outillage; tenue; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering

Related Words for "toerusting":

  • toerustingen