Dutch
Detailed Translations for toedraaien from Dutch to German
toedraaien:
-
toedraaien
Conjugations for toedraaien:
o.t.t.
- draai toe
- draait toe
- draait toe
- draaien toe
- draaien toe
- draaien toe
o.v.t.
- draaide toe
- draaide toe
- draaide toe
- draaiden toe
- draaiden toe
- draaiden toe
v.t.t.
- heb toegedraaid
- hebt toegedraaid
- heeft toegedraaid
- hebben toegedraaid
- hebben toegedraaid
- hebben toegedraaid
v.v.t.
- had toegedraaid
- had toegedraaid
- had toegedraaid
- hadden toegedraaid
- hadden toegedraaid
- hadden toegedraaid
o.t.t.t.
- zal toedraaien
- zult toedraaien
- zal toedraaien
- zullen toedraaien
- zullen toedraaien
- zullen toedraaien
o.v.t.t.
- zou toedraaien
- zou toedraaien
- zou toedraaien
- zouden toedraaien
- zouden toedraaien
- zouden toedraaien
en verder
- ben toegedraaid
- bent toegedraaid
- is toegedraaid
- zijn toegedraaid
- zijn toegedraaid
- zijn toegedraaid
diversen
- draai toe!
- draait toe!
- toegedraaid
- toedraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toedraaien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
zudrehen | toedraaien | afsluiten; dichtdoen; dichtdraaien |