Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. spleet:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spleet from Dutch to German

spleet:

spleet [de ~] noun

  1. de spleet (tussenruimte; kloof; uitsparing; opening)
    die Aussparung; die Spalte; die Kluft; der Zwischenraum

Translation Matrix for spleet:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aussparung kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing bezuiniging; kostenverlaging
Kluft kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing kloffie
Spalte kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing barst; bergkloof; bergspleet; gat; geluidsniveau; groef; holte; inkeping; kloof; kolom; kolom tekst op een pagina; muurnis; nis; opening; paginagedeelte; reet; rotskloof; scheur; split; spouw; torn; uitholling; uitsparing; volume
Zwischenraum kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing interim; spatie; tussenpoos; tussentijd
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Spalte kolom

Related Words for "spleet":


Wiktionary Translations for spleet:


Cross Translation:
FromToVia
spleet Spalte; Schlot chimney — narrow cleft in a rock face
spleet Spalte; Spalt crevice — narrow crack
spleet Riss fissure — a crack or opening, as in a rock
spleet Schlitz; Schamritze; Ritze; Schamspalte; Spalte slit — vulgar, slang: opening of the vagina
spleet Spalte crevasse — Fente