Noun | Related Translations | Other Translations |
Abprallen
|
afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
|
|
Abrutschen
|
afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
|
inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen
|
Einsinken
|
afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
|
inzakken; inzinken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen; uitzakking; verzakking; wegzinken
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
ablehnen
|
afketsen; ricocheren
|
afdrijven; afketsen; afkeuren; afstellen; afstemmen; afwijzen; bedanken; bijstellen; danken; declineren; ongeschikt verklaren; ontheffen; ontslaan; regelen; terugwijzen; uitsturen; verlijeren; vertikken; verweren; verwerpen; verzenden; wegstemmen; wegsturen; wegzenden; weigeren; wraken
|
abprallen
|
afketsen; ricocheren
|
afstuiten
|
abschlagen
|
afketsen; ricocheren
|
abstineren; afbikken; afketsen; afkeuren; afkloppen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; onthouden; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegbikken; wegstemmen
|
abweisen
|
afketsen; ricocheren
|
afketsen; afkeuren; afschepen; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; negeren; ontheffen; ontslaan; terugwijzen; uitsturen; verweren; verwerpen; verzenden; wegstemmen; wegsturen; wegzenden; weigeren
|
ausschlagen
|
afketsen; ricocheren
|
afkeuren; afstemmen; afwijzen; bal buiten de lijnen slaan; bedanken; danken; schoppen; trappen; trappen geven; uitslaan; verwerpen
|
verweigern
|
afketsen; ricocheren
|
afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verbieden; verweren; verwerpen; wegstemmen
|
zurückweisen
|
afketsen; ricocheren
|
afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; bedanken; danken; ontheffen; ontslaan; terugwijzen; uitsturen; verweren; verwerpen; verzenden; wegstemmen; wegsturen; wegzenden; weigeren
|