Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate onbuigzaamheid

Translate onbuigzaamheid from Dutch to German

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onbuigzaamheid:
  2. onbuigzaam:
  3. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for onbuigzaamheid from Dutch to German

onbuigzaamheid:

onbuigzaamheid [de ~ (v)] noun

  1. de onbuigzaamheid (onverzettelijkheid)
    die Starrköpfigkeit; die Unbeugsamkeit

Translation Matrix for onbuigzaamheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Starrköpfigkeit onbuigzaamheid; onverzettelijkheid halsstarrigheid; hardhoofdigheid; hardnekkigheid; koppigheid; stijfhoofdigheid; stijfkoppigheid; weerbarstigheid; weerspannigheid
Unbeugsamkeit onbuigzaamheid; onverzettelijkheid onbuigbaarheid

Related Words for "onbuigzaamheid":


onbuigzaamheid form of onbuigzaam:

onbuigzaam adj

  1. onbuigzaam (stijfkoppig; onverzettelijk; taai; stug)
    starr; trotzig; dickköpfig; eigenwillig; eigenbrötlerisch; störrisch; starrköpfig; unbeugsam; widerwillig; widerborstig; widerspenstig; eigensinnig; starrsinnig
  2. onbuigzaam (onvermurwbaar; onverbiddelijk)
    trotzig; eigenwillig; unerbittlich; eigensinnig; gnadenlos; störrisch; dickköpfig; starrköpfig; unversöhnlich
  3. onbuigzaam (halsstarrig; koppig; onverzettelijk; )
    starrköpfig; dickköpfig; starr; starrsinnig; eisern

Translation Matrix for onbuigzaam:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
dickköpfig halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dikhoofdig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
eigenbrötlerisch onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
eigensinnig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig; zelfstandig
eigenwillig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
eisern halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig ferm; fiks; flink; ijzeren; keihard; onwankelbaar; onwrikbaar; oorverdovend; pal; pittig; robuust; solide; standvastig; sterk; stevig; stevig gebouwd; straf; vasthoudend; volhardend
gnadenlos onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
starr halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; geronnen; gestold; gestremd; hardhoofdig; houterig; star; starend; stijf; stijfselachtig; stijve; strak; stram; stroef; verstard; verstijfd
starrköpfig halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers; houterig; koppig; obstinaat; onwillig; recalcitrant; star; stijf; stijfhoofdig; stijve; strak; stram; stroef; tegendraads; verstard; weerbarstig; weerspannig
starrsinnig halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
störrisch onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai agressief; bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; gewelddadig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
trotzig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; fier; flink; glorieus; groots; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onwillig; opstandig; prat; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; trots; weerbarstig; weerspannig
unbeugsam onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai houterig; onbuigbaar; star; stijf; stijve; strak; stram; stroef; verstard
unerbittlich onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; rigoureus; streng; strikt; stringent
unversöhnlich onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar
widerborstig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afkerig van; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; vijandig; weerbarstig; weerspannig
widerspenstig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; onbestuurbaar; ongaarne; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
widerwillig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; ongaarne; onwillig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Related Words for "onbuigzaam":


Wiktionary Translations for onbuigzaam:

Cross Translation:
FromToVia
• onbuigzaam → felsenfest; unerbittlich; unnachgiebig ↔ adamant — determined; unshakeable; unyielding
• onbuigzaam → steif ↔ rigid — rigorous, unbending
• onbuigzaam → rigide ↔ rigid — uncompromising
• onbuigzaam → schonungslos; erbarmungslos ↔ impitoyable — Qui est insensible à la pitié, qui est sans pitié.
• onbuigzaam → intransigent ↔ intransigeant — Qui ne transiger pas, qui n’accepter pas de transaction, d’accommodement.







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0516 seconds
Page rendered in 1.0 seconds