Dutch
Detailed Translations for maaksel from Dutch to German
maaksel:
Translation Matrix for maaksel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Anfertigen | creatie; maaksel; schepping | aanmaken; creëren; fabriceren; maken; produceren; scheppen; vervaardigen; vervaardiging |
Anfertigung | creatie; maaksel; schepping | aanmaak; aanmaken; bereiden; bereiding; creëren; fabricage; fabricatie; maak; maken; marinade; merk; productie; scheppen; toebereiding; vervaardiging |
Erzeugnis | fabrikaat; maaksel; product | creatuur; schepsel |
Fabrikat | fabrikaat; maaksel; product | |
Herstellung | creatie; maaksel; schepping | aanmaak; constructie; creëren; fabricage; fabricatie; maak; maken; merk; productie; scheppen; vervaardiging |
Kreation | creatie; maaksel; schepping | kunstwerk; meesterwerk; werk |
Produkt | fabrikaat; maaksel; product | |
Verfertigung | creatie; maaksel; schepping | aanmaken; bereiden; bereiding; creëren; fabricage; maken; marinade; productie; scheppen; toebereiding; vervaardiging |