Summary
Dutch to German: more detail...
- luchten:
- lucht:
-
Wiktionary:
- luchten → Lufterneuerung
- luchten → lüften, auslüften, durchlüften, der Luft aussetzen, ventilieren
- lucht → Luft
- lucht → Luft, Himmel, Anschein, Ansehen, Augenschein, Aussehen, Schein, Äußere, Gesicht, Miene, Anblick, Aspekt, Erscheinung, Flug, luftig, luftförmig, Geruch
Dutch
Detailed Translations for luchten from Dutch to German
luchten:
-
luchten (afreageren)
Conjugations for luchten:
o.t.t.
- lucht
- lucht
- lucht
- luchten
- luchten
- luchten
o.v.t.
- luchtte
- luchtte
- luchtte
- luchtten
- luchtten
- luchtten
v.t.t.
- heb gelucht
- hebt gelucht
- heeft gelucht
- hebben gelucht
- hebben gelucht
- hebben gelucht
v.v.t.
- had gelucht
- had gelucht
- had gelucht
- hadden gelucht
- hadden gelucht
- hadden gelucht
o.t.t.t.
- zal luchten
- zult luchten
- zal luchten
- zullen luchten
- zullen luchten
- zullen luchten
o.v.t.t.
- zou luchten
- zou luchten
- zou luchten
- zouden luchten
- zouden luchten
- zouden luchten
en verder
- ben gelucht
- bent gelucht
- is gelucht
- zijn gelucht
- zijn gelucht
- zijn gelucht
diversen
- lucht!
- lucht!
- gelucht
- luchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for luchten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
abreagieren | afreageren; luchten | |
auslassen | afreageren; luchten | minder stijf worden; overslaan; weglaten; wegsmelten |
Related Words for "luchten":
Related Definitions for "luchten":
Wiktionary Translations for luchten:
luchten
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• luchten | → lüften | ↔ air — to bring into contact with the air |
• luchten | → auslüften; durchlüften; der Luft aussetzen; ventilieren | ↔ aérer — assainir en mettre en contact avec l’air. |
• luchten | → ventilieren | ↔ ventiler — renouveler l’air au moyen d’un ventilateur. |
• luchten | → auslüften; durchlüften; der Luft aussetzen | ↔ éventer — rafraîchir par l’air au moyen d’un éventail ou de tout autre objet. |
lucht:
-
de lucht (buitenlucht; openlucht)
-
de lucht (dampkring rond aarde; atmosfeer; dampkring; luchtmassa)
-
de lucht (zuurstof; adem)
-
de lucht (geur; bouquet; aroma; reuk; geurtje)
Translation Matrix for lucht:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Aroma | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | aroma; geur; geurstof; kruiden; kruiderij; marinade; smaakversterker; toebereiding |
Atem | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | |
Atmospähre | atmosfeer; dampkring; dampkring rond aarde; lucht; luchtmassa | |
Außenluft | buitenlucht; lucht; openlucht | |
Erdatmosphäre | atmosfeer; dampkring; dampkring rond aarde; lucht; luchtmassa | |
Freiluft | buitenlucht; lucht; openlucht | |
Geruch | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | kwade reuk; neus; neus anatomie; stank |
Geschmack | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | smaak; smaakje; smaakwaarneming |
Luft | adem; lucht; zuurstof | |
Sauerstoff | adem; lucht; zuurstof | zuurstof |
- | geur; hemel |
Related Words for "lucht":
Synonyms for "lucht":
Related Definitions for "lucht":
Wiktionary Translations for lucht:
lucht
Cross Translation:
noun
lucht
-
het mengsel van gassen waaruit de afmosfeer bestaat
- lucht → Luft
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lucht | → Luft | ↔ air — mixture of gases making up the atmosphere of the Earth |
• lucht | → Himmel | ↔ heaven — sky |
• lucht | → Himmel | ↔ sky — atmosphere above a point |
• lucht | → Luft; Anschein; Ansehen; Augenschein; Aussehen; Schein; Äußere; Gesicht; Miene; Anblick; Aspekt; Erscheinung | ↔ air — mélange gazeux constituer l’atmosphère. |
• lucht | → Luft; Flug; luftig; luftförmig | ↔ aérien — Qui est d’air, à l’air, de l’air, ou qui se passe dans l’air |
• lucht | → Himmel | ↔ ciel — Traductions à trier suivant le sens |
• lucht | → Geruch | ↔ odeur — sensation que produire sur l’odorat les émanations des corps. |
External Machine Translations: