Dutch

Detailed Translations for informatie from Dutch to German

informatie:

informatie [de ~ (v)] noun

  1. de informatie (inlichting)
    die Information; die Auskunft; die Nachricht; die Mitteilung
  2. de informatie (verwittiging; kennisgeving; convocatie; mededeling)
    die Information; die Benachrichtigung; die Bekanntmachung; die Bekanntgabe
  3. de informatie
    die Informationen
  4. de informatie
    die Information
  5. de informatie (kennisoverdracht)

Translation Matrix for informatie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Auskunft informatie; inlichting informatiebureau; informeren; inlichtingenbureau; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitsluitsel; verduidelijking; verklaring; voorlichting
Bekanntgabe convocatie; informatie; kennisgeving; mededeling; verwittiging aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; declaratie; gewag; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
Bekanntmachung convocatie; informatie; kennisgeving; mededeling; verwittiging aankondiging; aanschrijving; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; decreet; gewag; kennisgeving; kennismaking; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitspraak; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
Benachrichtigung convocatie; informatie; kennisgeving; mededeling; verwittiging aankondiging; alert; bericht; berichtgeving; informeren; mededelingen; melding; voorlichting; waarschuwing
Information convocatie; informatie; inlichting; kennisgeving; mededeling; verwittiging aangifte; berichtgeving; bevestiging; bewering; data; declaratie; gegevens; informeren; mededeling; mededelingen; opheldering; statement; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitlegging; verduidelijking; verklaring; voorlichting
Informationen informatie info; informaties; inlichtingen; ophelderingen; toelichtingen
Mitteilung informatie; inlichting aangifte; aankondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; declaratie; gewag; het uitspreken; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Nachricht informatie; inlichting aankondiging; bericht; blad; document; e-mailbericht; journaal; maandblad; magazine; melding; nieuws; nieuwsbericht; opheldering; periodiek; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring; weekblad
Wissensvermittlung informatie; kennisoverdracht

Related Definitions for "informatie":

  1. inlichtingen of gegevens waardoor je er meer over te weten komt1
    • kunt u mij informatie geven over deze opleiding?1

Wiktionary Translations for informatie:

informatie
noun
  1. de kennis die iemand te horen krijgt
informatie
Cross Translation:
FromToVia
informatie Information; Auskunft information — communicable knowledge
informatie Auskunft; Bekanntmachung; Avis; Benachrichtigung; Ankündigung; Meldung; Bericht; Bescheid renseignementindice qui nous aider à connaître certaines choses ou qui nous éclairer sur une personne.