Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gebiedsdeel:


Dutch

Detailed Translations for gebiedsdeel from Dutch to German

gebiedsdeel:

gebiedsdeel [het ~] noun

  1. het gebiedsdeel
    die Zone; die Region; der Bereich; Gebiet; der Bezirk; Revier; Territorium; Gebietsteil

Translation Matrix for gebiedsdeel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bereich gebiedsdeel band; bereik; bouwterrein; cacheregio; deelvenster; district; draagwijdte; gebied; gewest; gordel; kavel; navigatieplaats; perceel; provincie; range; rayon; realm; rechtsgebied; regio; reikwijdte; ressort; rijksonderdeel; scope; sector; streek; terrein; territorium; verspreidingsgebied; zoekbereik; zone
Bezirk gebiedsdeel arrondissement; district; erf; gebied; gewest; gordel; grondgebied; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
Gebiet gebiedsdeel bouwterrein; bouwwerk; district; erf; gebied; gebouw; gewest; gordel; grondgebied; hoek; kavel; kring; kringel; kringvormig; oord; pand; perceel; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
Gebietsteil gebiedsdeel
Region gebiedsdeel gebied; gewest; gordel; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
Revier gebiedsdeel erf; grondgebied; leefgebied; terrein; territorium
Territorium gebiedsdeel erf; grondgebied; leefgebied; terrein; territorium
Zone gebiedsdeel erf; gebied; gewest; gordel; grondgebied; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone; zône

Related Words for "gebiedsdeel":

  • gebiedsdelen