Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ervanaf houden:


Dutch

Detailed Translations for ervanaf houden from Dutch to German

ervanaf houden:

ervanaf houden verb

  1. ervanaf houden (weerhouden; beletten; afhouden)
    hindern; aufhalten; zurückhalten; abhalten
    • hindern verb (hindre, hinderst, hindert, hinderte, hindertet, gehindert)
    • aufhalten verb (halte auf, hälst auf, hält auf, hielt auf, hieltet auf, aufgehalten)
    • zurückhalten verb (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
    • abhalten verb (halte ab, hälst ab, hält ab, hielt ab, hieltet ab, abgehalten)

Translation Matrix for ervanaf houden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abhalten afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afhouden; aftrekken; afweren; in mindering brengen; inhouden; pareren; terughouden; verrekenen; weren
aufhalten afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden belemmeren; beletten; hinderen; iemand in het ongewisse laten; onmogelijk maken; ophouden; storen; temporiseren; verhinderen; vertragen; voorkomen; voorkómen
hindern afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afbreken; belemmeren; beletten; chicaneren; doen mislukken; doen ophouden; een stokje steken voor; hinderen; kleinzielig gedragen; onderbreken; onmogelijk maken; storen; verhinderen; verijdelen; verstoren; vertoornen; voorkomen; voorkómen
zurückhalten afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden achterhouden; achteroverdrukken; afhouden; bedwingen; behouden; beteugelen; gappen; in bedwang houden; inpikken; jatten; onderdrukken; ontvreemden; opzijleggen; pikken; reserveren; stelen; terughouden; verbergen; verdonkeremanen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verstoppen; vervreemden; verzwijgen; voorbehouden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken; wegstoppen

Related Translations for ervanaf houden