Dutch
Detailed Translations for beweeglijkheid from Dutch to German
beweeglijkheid:
-
de beweeglijkheid (levendigheid)
-
de beweeglijkheid (ongedurigheid)
die Wendigkeit
Translation Matrix for beweeglijkheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Beweglichkeit | beweeglijkheid; levendigheid | beweegbaarheid; draagbaarheid; drukte; kunnen bewegen; levendigheid; opgewektheid; verplaatsbaarheid; vrolijkheid |
Lebhaftigkeit | beweeglijkheid; levendigheid | beroering; blijheid; blijmoedigheid; drukte; geraas; heibel; heksenketel; jolijt; jool; keet; lawaai; leven; levendigheid; lol; opgewektheid; opschudding; pandemonium; plezier; pretmakerij; rumoer; temperament; tumult; vrolijkheid; vurigheid |
Wendigkeit | beweeglijkheid; ongedurigheid | buigzaamheid; flexibiliteit; lenigheid; meegaandheid; soepelheid; souplesse; volgzaamheid; wendbaarheid |
Related Words for "beweeglijkheid":
beweeglijk:
Translation Matrix for beweeglijk:
Related Words for "beweeglijk":
Wiktionary Translations for beweeglijk:
beweeglijk
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beweeglijk | → wendig; agil; behände | ↔ agile — having the faculty of quick motion in the limbs |
• beweeglijk | → mobil; beweglich | ↔ mobile — capable of being moved |
• beweeglijk | → veränderlich; beweglich; mobil | ↔ mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général). |