Summary
Dutch to German: more detail...
- behandelen:
-
Wiktionary:
- behandelen → behandeln
- behandelen → behandeln, abdecken, umgehen, auseinandersetzen, genesen, heilen, kurieren, versorgen, pflegen, warten, traktieren, unterhandeln
Dutch
Detailed Translations for behandel from Dutch to German
behandel form of behandelen:
-
behandelen (verzorgen)
-
behandelen (iets afhandelen)
abhandeln; abfertigen; einklarieren-
einklarieren verb (klariere ein, klarierst ein, klariert ein, klarierte ein, klariertet ein, einklariert)
-
behandelen (onder behandeling nemen)
Conjugations for behandelen:
o.t.t.
- behandel
- behandelt
- behandelt
- behandelen
- behandelen
- behandelen
o.v.t.
- behandelde
- behandelde
- behandelde
- behandelden
- behandelden
- behandelden
v.t.t.
- heb behandeld
- hebt behandeld
- heeft behandeld
- hebben behandeld
- hebben behandeld
- hebben behandeld
v.v.t.
- had behandeld
- had behandeld
- had behandeld
- hadden behandeld
- hadden behandeld
- hadden behandeld
o.t.t.t.
- zal behandelen
- zult behandelen
- zal behandelen
- zullen behandelen
- zullen behandelen
- zullen behandelen
o.v.t.t.
- zou behandelen
- zou behandelen
- zou behandelen
- zouden behandelen
- zouden behandelen
- zouden behandelen
diversen
- behandel!
- behandelt!
- behandeld
- behandelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for behandelen:
Related Definitions for "behandelen":
Wiktionary Translations for behandelen:
behandelen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• behandelen | → behandeln; abdecken | ↔ cover — mention |
• behandelen | → umgehen; behandeln | ↔ deal — handle, manage |
• behandelen | → auseinandersetzen | ↔ deal with — take action with respect to (someone or something) |
• behandelen | → behandeln | ↔ treat — to handle, deal with or behave towards in a specific way |
• behandelen | → genesen; heilen; behandeln; kurieren | ↔ guérir — délivrer d’un mal physique. |
• behandelen | → genesen; heilen; behandeln; kurieren | ↔ guérir — Se délivrer d’un mal physique. |
• behandelen | → versorgen; behandeln; heilen; kurieren; pflegen; warten | ↔ soigner — avoir soin de quelqu’un ou de quelque chose. |
• behandelen | → behandeln; traktieren; unterhandeln | ↔ traiter — Traductions à trier suivant le sens |