Dutch
Detailed Translations for beëindiging from Dutch to German
beëindiging:
Translation Matrix for beëindiging:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abschluß | beëindiging; einde; slot; sluiting | afdoening; afgrendeling; afhandeling |
Beendigung | beëindiging; einde; slot; sluiting | |
Beendung | beëindiging; einde; slot; sluiting | completering; voltooiing |
Ende | beëindiging; einde; slot; sluiting | afloop; eind; einde; end; gezichtsrimpel; ontknoping; resultaat; rimpel; uiteinde; uitkomst |