Summary
Dutch to German: more detail...
- apparaat:
-
Wiktionary:
- apparaat → Apparat
- apparaat → Apparat, Gerät, Einheit, Baustein, Instrument, Vorrichtung, Einrichtung, Hilfsmittel, System, Mittel, Werkzeug
Dutch
Detailed Translations for apparaat from Dutch to German
apparaat:
-
het apparaat (toestel)
-
het apparaat
Translation Matrix for apparaat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Apparat | apparaat; toestel | apparatuur; gebruiksvoorwerp |
Apparatur | apparaat; toestel | apparatuur |
Gerät | apparaat | apparatuur; artikel; ding; gereedschap; gereedschappen; gerei; goed; handgereedschap; handwerktuig; instrument; instrumenten; item; machine; mobiele telefoon; object; voorwerp; werktuig; werktuigen; zaak |
Related Words for "apparaat":
Related Definitions for "apparaat":
Wiktionary Translations for apparaat:
apparaat
Cross Translation:
noun
-
een min of meer samengesteld werktuig
- apparaat → Apparat
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• apparaat | → Apparat | ↔ apparatus — complex machine or instrument |
• apparaat | → Apparat | ↔ apparatus — assortment of tools or instruments |
• apparaat | → Apparat | ↔ apparatus — bureaucratic organization |
• apparaat | → Gerät; Apparat; Einheit; Baustein; Instrument; Vorrichtung; Einrichtung; Hilfsmittel | ↔ device — piece of equipment |
• apparaat | → System | ↔ appareil — objet conçu par l’homme afin de faciliter un travail. |
• apparaat | → Mittel; Werkzeug | ↔ instrument — objet construire permettant d'exécuter une action. |