Translate plantation from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

plantation:
- plantage; planten; aanplanten; aankweken; beplanting; poten; aanplant; aanplanting; gewas; vegetatie
Wiktionary:
- plantation → plantage, aanplanting

French

Detailed Translations for plantation from French to Dutch

la plantation (culture; cultivation)
de plantage
- plantage [de ~ (v)] noun
la plantation (culture; cultivation)
het planten; het aanplanten; aankweken
- planten [het ~] noun
- aanplanten [het ~] noun
- aankweken [znw.] noun
la plantation (végétation; culture; superficie plantée)
de beplanting; het planten; het poten; de aanplant
- beplanting [de ~ (v)] noun
- planten [het ~] noun
- poten [het ~] noun
- aanplant [de ~ (m)] noun
la plantation (plant)
de aanplanting
- aanplanting [de ~ (v)] noun
la plantation (végétation; culture)
het gewas; de vegetatie; de planten
- gewas [het ~] noun
- vegetatie [de ~ (v)] noun
- planten [de ~] noun, plural
la plantation
de aanplant
- aanplant [de ~ (m)] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
aankweken	cultivation; culture; plantation	crue; culture; reproduction; élevage
aanplant	culture; plantation; superficie plantée; végétation	croissance; crue; culture; poussé; reproduction; végétation; élevage
aanplanten	cultivation; culture; plantation
aanplanting	plant; plantation
beplanting	culture; plantation; superficie plantée; végétation
gewas	culture; plantation; végétation	croissance; crue; culture; plante; plante cultivée; plante de culture; poussé; végétal; végétation
plantage	cultivation; culture; plantation
planten	cultivation; culture; plantation; superficie plantée; végétation
poten	culture; plantation; superficie plantée; végétation
vegetatie	culture; plantation; végétation
Verb	Related Translations	Other Translations
aankweken		cultiver; produire
aanplanten		cultiver; produire
planten		cultiver; implanter; planter; produire
poten		implanter; placer; planter; planter des pommes de terre

Cross Translation:

From	To	Via
• plantation	→ plantage	↔ Plantage — forst- oder landwirtschaftlicher Großbetrieb, der Monokulturen anbaut
• plantation	→ aanplanting; plantage	↔ plantation — large farm