Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate intimité

Translate intimité from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

intimité:
- gezelligheid; gemoedelijkheid; knusheid; privé-leven; vertrouwelijkheid; intimiteit; innigheid
Wiktionary:
- intimité → intimiteit
- intimité → intimiteit, afzondering, privacy

French

Detailed Translations for intimité from French to Dutch

intimité:

intimité [la ~] noun

l'intimité (ambiance agréable; intimité familiale; confort)
de gezelligheid; de gemoedelijkheid; de knusheid
- gezelligheid [de ~ (v)] noun
- gemoedelijkheid [de ~ (v)] noun
- knusheid [de ~ (v)] noun
l'intimité (vie privée)
het privé-leven
- privé-leven [het ~] noun
l'intimité (tendresse)
de vertrouwelijkheid; de intimiteit; de innigheid
- vertrouwelijkheid [de ~ (v)] noun
- intimiteit [de ~ (v)] noun
- innigheid [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for intimité:

Synonyms for "intimité":

familiarité; camaraderie; amitié; fréquentation; désinvolture; liberté; effronterie; simplicité; liaison; union; secret; privé; subconscient; infraliminal; subliminal; inconscient; intériorité; profondeurs; tréfonds; coeur; sous-sol

Wiktionary Translations for intimité:

intimité

noun

het intiem zijn, de vertrouwdheid
- intimiteit → intimité

Cross Translation:

From	To	Via
• intimité	→ intimiteit	↔ intimacy — feeling of closeness and openness towards someone else
• intimité	→ afzondering; privacy	↔ privacy — state of being private

Related Translations for intimité