French
Detailed Translations for faire usage de from French to Dutch
faire usage de:
-
faire usage de (utiliser; employer; appliquer; engager; prendre en service; consacrer)
-
faire usage de (utiliser; user; employer; user de; se servir de)
gebruiken; aanwenden; benutten; gebruik maken van; utiliseren-
gebruik maken van verb (maak gebruik van, maakt gebruik van, maakte gebruik van, maakten gebruik van, gebruik gemaakt van)
-
faire usage de (utiliser; user; user de; employer; se servir de)
gebruiken; toepassen; gebruik maken van; benutten; aanwenden-
gebruik maken van verb (maak gebruik van, maakt gebruik van, maakte gebruik van, maakten gebruik van, gebruik gemaakt van)
-
faire usage de (se servir de; user; prendre; utiliser; appliquer; employer; user de)
gebruiken; hanteren; gebruik maken van; bezigen-
gebruik maken van verb (maak gebruik van, maakt gebruik van, maakte gebruik van, maakten gebruik van, gebruik gemaakt van)