Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
controlar:
- controleren; nakijken; nagaan; onderzoeken; testen; beproeven; keuren; toezicht houden; surveilleren; bewaken; toezien; beheersen; bedwingen; beteugelen; matigen; bedaren; intomen; bekijken; inspecteren; bezichtigen; naspeuren; nasporen; doorvorsen; in het oog houden; in de gaten houden; opletten; onder de knie hebben; leerstof beheersen
- controleren
-
Wiktionary:
- controlar → checken, controleren, nakijken
- controlar → beheersen, besturen, controleren, toezicht houden, surveilleren, aankunnen, iets de baas worden, aflezen, checken, nakijken, toezien
Spanish
Detailed Translations for controlar from Spanish to Dutch
controlar:
-
controlar (cheqear; comprobar; averiguar; calcular; analizar)
-
controlar (ensayar; probar; comprobar; verificar; buscar; examinar; catar; corregir; repasar; mirar; aquilatar; inspeccionar; someter a prueba; pasar revista a)
-
controlar (guardar; patrullar)
toezicht houden; surveilleren; bewaken; toezien-
toezicht houden verb (houd toezicht, houdt toezicht, hield toezicht, hielden toezicht, toezicht gehouden)
-
-
controlar (refrenar; dominar; reprimir)
-
controlar (refrenar; dominar)
-
controlar (examinar; visitar; pasar revista a; ir a ver; repasar; inspeccionar; verificar)
-
controlar (investigar; averiguar; comprobar; rastrear)
-
controlar (investigar; comprobar; descubrir; averiguar; reconocer; verificar; analizar; vislumbrar; indagar; examinar; rastrear; divisar; explorar; escudriñar; columbrar; explorar a fondo; seguir el rastro de)
doorvorsen-
doorvorsen verb
-
-
controlar (vigilar; contemplar; percatarse de; mirar; percibir; observar; prestar atención)
in het oog houden; in de gaten houden; toezien; opletten-
in het oog houden verb (houd in het oog, houdt in het oog, hield in het oog, hielden in het oog, in het oog gehouden)
-
in de gaten houden verb (houd in de gaten, houdt in de gaten, hield in de gaten, hielden in de gaten, in de gaten gehouden)
-
-
controlar (dominar)
Conjugations for controlar:
presente
- controlo
- controlas
- controla
- controlamos
- controláis
- controlan
imperfecto
- controlaba
- controlabas
- controlaba
- controlábamos
- controlabais
- controlaban
indefinido
- controlé
- controlaste
- controló
- controlamos
- controlasteis
- controlaron
fut. de ind.
- controlaré
- controlarás
- controlará
- controlaremos
- controlaréis
- controlarán
condic.
- controlaría
- controlarías
- controlaría
- controlaríamos
- controlaríais
- controlarían
pres. de subj.
- que controle
- que controles
- que controle
- que controlemos
- que controléis
- que controlen
imp. de subj.
- que controlara
- que controlaras
- que controlara
- que controláramos
- que controlarais
- que controlaran
miscelánea
- ¡controla!
- ¡controlad!
- ¡no controles!
- ¡no controléis!
- controlado
- controlando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
-
el controlar
Translation Matrix for controlar:
Wiktionary Translations for controlar:
controlar
Cross Translation:
verb
-
controleren, nakijken
-
inspecteren, toezicht houden, onderzoeken, nazien
-
corrigeren van een geschreven tekst of huiswerk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• controlar | → beheersen; besturen; controleren | ↔ control — to exercise influence over, to suggest or dictate the behavior of |
• controlar | → toezicht houden; surveilleren; controleren | ↔ monitor — watch over, guard |
• controlar | → aankunnen; iets de baas worden | ↔ dingfest — nur im adverbialen Gebrauch von: etwas dingfest machen: eine Sache in den Griff bekommen, unter Kontrolle bringen, zum Ziel führen |
• controlar | → aflezen; checken; controleren; nakijken; surveilleren; toezien | ↔ vérifier — examiner, rechercher si une chose est vraie, si elle est telle qu’elle doit être ou qu’on l’déclarer. |