English
Detailed Translations for put over from English to Dutch
put over: (*Using Word and Sentence Splitter)
- put: plaatsen; zetten; leggen; deponeren; neerzetten; bijzetten; neerleggen; wegleggen; gelegd; situeren; zich afspelen
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
put over:
Translation Matrix for put over:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | get across |