English
Detailed Translations for loose-fitting from English to Dutch
loose-fitting: (*Using Word and Sentence Splitter)
- loose: los; mobiel; roerend; beweegbaar; verplaatsbaar; verzetbaar; verschuifbaar; niet vast; ruim; wijd; mul; rul; pulverig; ongedisciplineerd; losmaken
- fit: passen; bijpassen; gezond; fit; getraind; blakend; juist; passend; gepast; adequaat; aanpassen; aankunnen; plaatsen; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; geschikt; bekwaam; capabel; competent; pasvorm; overeenkomen; proberen; overeenkomen met; stroken; overeenstemmen met; stroken met; kloppen met; aanproberen; valide; in staat te werken; arbeidsgeschikt; kramp; samentrekking; stuiptrekking; woedeaanval; driftbui; stuip; convulsie
- fitting: passende; netjes; gepast; keurig; geschikt; passend; geëigend; passen; aan proberen; toepasbaar
loose-fitting:
Translation Matrix for loose-fitting:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | baggy; sloppy |