Translate financier from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

financier:
- financier; geldschieter; geldgever; belegger; investeerder; leningverstrekker; kredietgever; bankier; suikeroom

English

Detailed Translations for financier from English to Dutch

the financier (sponsor; moneylender)
de financier; de geldschieter; de geldgever
- financier [de ~ (m)] noun
- geldschieter [de ~ (m)] noun
- geldgever [de ~ (m)] noun
the financier
de belegger; de investeerder
- belegger [de ~ (m)] noun
- investeerder [de ~ (m)] noun
the financier (lender; investor)
leningverstrekker; de kredietgever
- leningverstrekker [znw.] noun
- kredietgever [de ~ (m)] noun
the financier (banker)
de bankier
- bankier [de ~ (m)] noun
the financier (rich uncle; sugar daddy; moneylender; sponsor)
de suikeroom; de geldschieter; de geldgever
- suikeroom [de ~ (m)] noun
- geldschieter [de ~ (m)] noun
- geldgever [de ~ (m)] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
bankier	banker; financier
belegger	financier
financier	financier; moneylender; sponsor
geldgever	financier; moneylender; rich uncle; sponsor; sugar daddy
geldschieter	financier; moneylender; rich uncle; sponsor; sugar daddy
investeerder	financier
kredietgever	financier; investor; lender
leningverstrekker	financier; investor; lender
suikeroom	financier; moneylender; rich uncle; sponsor; sugar daddy
-	moneyman