Summary
English to Dutch: more detail...
- raising:
-
raise:
- verhogen; hoger maken; opvoeden; grootbrengen; vormen; ophogen; oprichten; stichten; instellen; invoeren; stellen; poneren; naar voren brengen; opperen; opheffen; heffen; hijsen; omhoog heffen; optrekken; overeindzetten; ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; kweken; fokken; opfokken; omhoog doen; ophalen; omhooghalen; bouwen; construeren; suggereren; ophijsen; opwerken; vooruitkomen; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; jezelf opwerken; bezweren; slangen bezweren; rechtop zetten; omhoogbrengen; ding rechtzetten; zich optrekken aan; zich omhoogtrekken; omhoogheffen; naar boven tillen; naarbovendragen
- fokken; aankweken; doen voorttelen
-
Wiktionary:
- raising → opvoeding
- raising → beschaving, bouw, cultuur, verbouwing, teelt, bebouwing, bewerking
- raise → opheffen, beuren, heffen, verhogen
- raise → opslag
- raise → meer gaan betalen, opslag geven, groeien, aangroeien, stijgen, toenemen, vergroten, vermeerderen, uitbouwen, uitbreiden, gedijen, wassen, aanwassen, collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen, accelereren, bespoedigen, verhaasten, versnellen, in kassen kweken, murw maken, doen zwellen, oppompen, verhogen, beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen, opeenhopen, ophopen, stapelen, opstapelen, opeenstapelen, tassen, afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen, groeperen, accepteren, aannemen, ontvangen, dresseren, grootbrengen, kweken, opleiden, opvoeden, fokken, opfokken
-
User Contributed Translations for raising:
- stijgende
English
Detailed Translations for raising from English to Dutch
raising:
-
the raising (cultivating; growing; breeding)
-
the raising (starting; beginning; striking up)
-
the raising (lifting up)
-
the raising (throwing up)
Translation Matrix for raising:
Related Words for "raising":
Synonyms for "raising":
Related Definitions for "raising":
Wiktionary Translations for raising:
raising
Cross Translation:
noun
-
het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen van diens opvoeders, en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• raising | → beschaving; bouw; cultuur; verbouwing; teelt; bebouwing; bewerking | ↔ culture — Traductions à trier suivant le sens |
raising form of raise:
-
to raise (heighten; enhance)
-
to raise (bring up; rear; educate)
-
to raise (elevate; heighten)
-
to raise (found; establish; lay the foundations; ground; tune)
-
to raise (postulate; put forward; introduce)
stellen; poneren; naar voren brengen; opperen-
naar voren brengen verb (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
to raise
-
to raise (lift up; lift; heave)
-
to raise (set up; establish; erect; build)
-
to raise (broach a subject; put forward; initiate; broach; sting; reap; bring up; put on the table; cut into; throw up; toss up; cut; toss in the air)
ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; opperen-
ter sprake brengen verb (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
entameren verb
-
te berde brengen verb (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
-
op tafel leggen verb
-
-
to raise (breed; cultivate; rear)
-
to raise (lift up; put up)
-
to raise (propose; bring forward; initiate; bring in; present; introduce; nominate)
naar voren brengen; opperen; poneren-
naar voren brengen verb (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
-
to raise (bring up; pull up)
-
to raise (build; establish; set up; erect)
-
to raise (broach; bring up)
aankaarten; ter sprake brengen; aansnijden; op tafel leggen-
ter sprake brengen verb (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
op tafel leggen verb
-
to raise (suggest; prompt; initiate; bring in)
suggereren; naar voren brengen; opperen-
naar voren brengen verb (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
to raise (pull up; hoist; haul in)
-
to raise (work oneself up; build up)
-
to raise (charm snakes)
-
to raise (put upright; erect)
-
to raise (adjust; put up)
-
to raise (pull oneself up)
-
to raise (heave; lift up)
-
to raise (carry up)
Conjugations for raise:
present
- raise
- raise
- raises
- raise
- raise
- raise
simple past
- raised
- raised
- raised
- raised
- raised
- raised
present perfect
- have raised
- have raised
- has raised
- have raised
- have raised
- have raised
past continuous
- was raising
- were raising
- was raising
- were raising
- were raising
- were raising
future
- shall raise
- will raise
- will raise
- shall raise
- will raise
- will raise
continuous present
- am raising
- are raising
- is raising
- are raising
- are raising
- are raising
subjunctive
- be raised
- be raised
- be raised
- be raised
- be raised
- be raised
diverse
- raise!
- let's raise!
- raised
- raising
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for raise:
Related Words for "raise":
Synonyms for "raise":
Antonyms for "raise":
Related Definitions for "raise":
Wiktionary Translations for raise:
raise
raise
Cross Translation:
verb
Cross Translation: