English
Detailed Translations for closing argument from English to Dutch
closing argument: (*Using Word and Sentence Splitter)
- close: afsluiten; dichtdoen; sluiten; toedoen; toemaken; dichtmaken; toetrekken; gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; benauwd; muf; drukkend; bedompt; gehecht; verknocht; stoppen; dichten; dichtstoppen; dichtgaan; toevallen; dichtvallen; zich sluiten; eindig; vergankelijk; voorbijgaand; toedraaien; ternauwernood; rakelings; dichtbij; vlakbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen
- closing: afsluiting; sluiting; dichtmaken; het afsluiten; laatste; achterste; finaal; dichtdoen; dichtdraaien
- argument: argument; ruzie; conflict; botsing; twist; debat; dispuut; geschil; woordenwisseling; woordenstrijd; twistgesprek; redetwist; redestrijd; pleidooi; redenering; gedachtegang; beredenering; onenigheid; onvrede; onmin; tegenbetoog
Wiktionary Translations for closing argument:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• closing argument | → pleidooi | ↔ Plädoyer — Rechtssprache: zusammenfassende Rede vor Gericht, die von Rechtsanwalt und Staatsanwalt gehalten wird |