English
Detailed Translations for drive shot from English to Dutch
drive shot: (*Using Word and Sentence Splitter)
- drive: rijden; karren; motor; aandrijving; autorijden; opwekken; stimuleren; aansporen; prikkelen; aandrijven; opkrikken; sturen; reis; zenden; gang; tocht; uitstapje; rit; excursie; toer; tournee; dagreis; aan het stuur zitten; oprit; oprijlaan; inrit; kracht; energie; daadkracht; werklust; momentum; fut; puf; esprit; heien; uitje; trip; tochtje; toertje; dynamiek; voortstuwing; stuwkracht; drift; instinct; aandrift; stimulans; prikkel; impuls; opzwepen; mennen; een paard mennen; sterk prikkelen; aanzetten; berijden; klopjacht; drijfjacht; heenrit; station; rijtoer; rijtochtje; diskettestation; schijfstation
- shoot: schieten; vuren; afvuren; afschieten; schoten lossen; filmen; verfilmen; spruit; scheut; loot; stekje; schoot; stek; plantestekje; jonge plant; neerschieten; schieten op; jacht; jachtpartij; wildjacht; jaagpartij; takje; twijg; afknallen
- shot: kans; risico; gok; waagstuk; risicovolle onderneming; gewaagde onderneming; doodgeschoten; geëxecuteerd; scheutje
Wiktionary Translations for drive shot:
drive shot
noun
-
badminton slag
- drive → drive shot; drive