Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate hochschätzen

Translate hochschätzen from German to Dutch

Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. hochschätzen:
  2. Wiktionary:

German

Detailed Translations for hochschätzen from German to Dutch

hochschätzen:

hochschätzen verb

  1. hochschätzen (schätzen; würdigen; respektieren; )
    appreciëren; waarderen; op prijs stellen
    • appreciëren verb (apprecieer, apprecieert, apprecieerde, apprecieerden, geapprecieerd)
    • waarderen verb (waardeer, waardeert, waardeerde, waardeerden, gewaardeerd)
  2. hochschätzen (sich lobend ausdrücken; preisen; in den Himmel heben; )
    loven; prijzen; roemen; zich lovend uitlaten; vereren
    • loven verb (loof, looft, loofde, loofden, geloofd)
    • prijzen verb (prijs, prijst, prijsde, prijsden, geprijsd)
    • roemen verb (roem, roemt, roemde, roemden, geroemd)
    • vereren verb (vereer, vereert, vereerde, vereerden, vereerd)
  3. hochschätzen (hochachten; respektieren; achten; )
    respecteren; eerbiedigen; hoogschatten; achten; hoogachten
    • respecteren verb (respecteer, respecteert, respecteerde, respecteerden, gerespecteerd)
    • eerbiedigen verb (eerbiedig, eerbiedigt, eerbiedigde, eerbiedigden, eerbiedigd)
    • hoogschatten verb (schat hoog, schatte hoog, schatten hoog, gehoogschat)
    • achten verb (acht, achtte, achtten, geacht)
    • hoogachten verb (acht hoog, achtte hoog, achtten hoog, hooggeacht)

Translation Matrix for hochschätzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
achten Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
appreciëren Würdigung
eerbiedigen Ehrerbietung; Hochachtung; Respekt
prijzen Preisen; Rühmen; Verherrlichen
roemen Preisen; Rühmen; Verherrlichen
waarderen Anerkennen; Anrechnen
VerbRelated TranslationsOther Translations
achten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
appreciëren achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
eerbiedigen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren ehren
hoogachten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
hoogschatten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
loven hochschätzen; in den Himmel heben; loben; lobpreisen; preisen; schätzen; sich lobend ausdrücken
op prijs stellen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
prijzen hochschätzen; in den Himmel heben; loben; lobpreisen; preisen; schätzen; sich lobend ausdrücken loben; lobpreisen; preisen; rühmen
respecteren achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
roemen hochschätzen; in den Himmel heben; loben; lobpreisen; preisen; schätzen; sich lobend ausdrücken
vereren hochschätzen; in den Himmel heben; loben; lobpreisen; preisen; schätzen; sich lobend ausdrücken
waarderen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
zich lovend uitlaten hochschätzen; in den Himmel heben; loben; lobpreisen; preisen; schätzen; sich lobend ausdrücken

Wiktionary Translations for hochschätzen:

Cross Translation:
FromToVia
• hochschätzen → bewonderen; aanbidden ↔ admire — regard with wonder and delight
• hochschätzen → hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten ↔ apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0456 seconds
Page rendered in 1.0 seconds