German
Detailed Translations for arbeiten gehen from German to Dutch
arbeiten gehen:
-
arbeiten gehen (zur Arbeit gehen)
werkzaam zijn; uit werken gaan-
werkzaam zijn verb (ben werkzaam, bent werkzaam, is werkzaam, was werkzaam, waren werkzaam, werkzaam geweest)
-
uit werken gaan verb
-
Translation Matrix for arbeiten gehen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
uit werken gaan | arbeiten gehen; zur Arbeit gehen | |
werkzaam zijn | arbeiten gehen; zur Arbeit gehen |