Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: überlassen

German and Dutch Translation Search Results for überlassen

Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. überlassen:
  2. Wiktionary:

German

Detailed Translations for überlassen from German to Dutch

überlassen:

überlassen verb (überlasse, überläßt, überließ, überließt, überlassen)

  1. überlassen (übergeben; abtreten; abgeben; abstehen)
    afstaan; overgeven
    • afstaan verb (sta af, staat af, stond af, stonden af, afgestaan)
    • overgeven verb (geef over, geeft over, gaf over, gaven over, overgegeven)

Conjugations for überlassen:

Präsens
  1. überlasse
  2. überläßt
  3. überläßt
  4. überlassen
  5. überlaßt
  6. überlassen
Imperfekt
  1. überließ
  2. überließt
  3. überließ
  4. überließen
  5. überließt
  6. überließen
Perfekt
  1. habe überlassen
  2. hast überlassen
  3. hat überlassen
  4. haben überlassen
  5. habt überlassen
  6. haben überlassen
1. Konjunktiv [1]
  1. überlasse
  2. überlassest
  3. überlasse
  4. überlassen
  5. überlasset
  6. überlassen
2. Konjunktiv
  1. überließe
  2. überließt
  3. überließe
  4. überließen
  5. überließt
  6. überließen
Futur 1
  1. werde überlassen
  2. wirst überlassen
  3. wird überlassen
  4. werden überlassen
  5. werdet überlassen
  6. werden überlassen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde überlassen
  2. würdest überlassen
  3. würde überlassen
  4. würden überlassen
  5. würdet überlassen
  6. würden überlassen
Diverses
  1. überlaßt
  2. überlasset!
  3. überlassen Sie!
  5. überlassen
  6. übverlassend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for überlassen:

NounRelated TranslationsOther Translations
afstaan Ablieferung; Liefern; Lieferung
overgeven Abgeben; Erbrechen; Kotzen; sich Übergeben
VerbRelated TranslationsOther Translations
afstaan abgeben; abstehen; abtreten; übergeben; überlassen
overgeven abgeben; abstehen; abtreten; übergeben; überlassen aufgeben; aushändigen; ausliefern; darreichen; erbrechen; ergeben; herauswürgen; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; kaitulieren; kotzen; reichen; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; übergeben; überliefern

Synonyms for "überlassen":


Wiktionary Translations for überlassen:

Cross Translation:
FromToVia
• überlassen → opgeven; loslaten; verzaken ↔ relinquish — to give up, abandon
• überlassen → afstand doen van; opgeven; uitvallen; in de steek laten; laten varen; verlaten; toegeven; afstaan; wijken ↔ abandonner — Se remettre à ; se laisser aller à ; se livrer à.
• überlassen → zich onderwerpen; afleggen; opgeven; prijsgeven; toegeven; afstaan; wijken; afstand doen; abdiceren; abdiqueren; aftreden; afstand doen van ↔ abdiquer — renoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions.
• überlassen → toegeven; afstaan; wijken ↔ céder — Laisser, abandonner une chose à quelqu’un.
• überlassen → in de steek laten; laten varen; verlaten ↔ délaisser — Abandonner
• überlassen → laten; laten begaan; laten schieten; loslaten; toelaten ↔ laisser — quitter quelqu'un ou quelque chose.
• überlassen → bestellen; leveren; afleveren; toevoeren; in de steek laten; laten varen; verlaten; vergeven; weggeven; wegschenken; aanbrengen; aangeven; klikken; verklikken ↔ livrer — Traductions à trier suivant le sens
• überlassen → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière.

Related Translations for überlassen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0516 seconds
Page rendered in 1.0 seconds