Summary
German to Dutch: more detail...
- entschädigen:
-
Wiktionary:
- entschädigen → uitkopen
- entschädigen → compenseren, goedmaken, vergoeden
German
Detailed Translations for entschädigen from German to Dutch
entschädigen:
-
entschädigen (zurückzahlen; abkaufen)
terugbetalen; vergoeden; schadeloosstellen; afkopen-
schadeloosstellen verb (stel schadeloos, stelt schadeloos, stelde schadeloos, stelden schadeloos, schadeloosgesteld)
Translation Matrix for entschädigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
afkopen | Abkaufen | |
vergoeden | Ausgleichen; Kompensieren; Rückerstatten; Vergüten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
afkopen | abkaufen; entschädigen; zurückzahlen | abfinden; abkaufen; zufriedenstellen |
schadeloosstellen | abkaufen; entschädigen; zurückzahlen | abfinden; abkaufen; zufriedenstellen |
terugbetalen | abkaufen; entschädigen; zurückzahlen | |
vergoeden | abkaufen; entschädigen; zurückzahlen | abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen |
- | schadlos halten |
Synonyms for "entschädigen":
Wiktionary Translations for entschädigen:
entschädigen
Cross Translation:
verb
-
door geld afkopen, iemand geld betalen om daardoor bepaalde rechten te verwerven of van bepaalde verplichtingen ontslagen te zijn, bijvoorbeeld als aandeelhouder iemands rechten als deelhebber afkopen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• entschädigen | → compenseren; goedmaken; vergoeden | ↔ compenser — dédommager une perte par un avantage considéré comme équivalent. |