Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Gegenstand

German and Dutch Translation Search Results for Gegenstand

Summary

German to Dutch: more detail...

Gegenstand:
- goed; artikel; voorwerp; item; ding; object; zaak
Wiktionary:
- Gegenstand → onderwerp, voorwerp
- Gegenstand → object, voorwerp, onderwerp, ding, mikpunt

German

Detailed Translations for Gegenstand from German to Dutch

Gegenstand:

Gegenstand [der ~] noun

der Gegenstand (Artikel; Ding; Objekt; Sache; Ware; Gerät; Gegenstände; Zeug; Sachen)
het goed; het artikel; het voorwerp; het item; het ding; het object; de zaak
- goed [het ~] noun
- artikel [het ~] noun
- voorwerp [het ~] noun
- item [het ~] noun
- ding [het ~] noun
- object [het ~] noun
- zaak [de ~] noun

Translation Matrix for Gegenstand:

Noun	Related Translations	Other Translations
artikel	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Artikel; Artikel eines Gesetzes; Bedingung; Klausel; Publikation; Veröffentlichung
ding	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug
goed	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Kleider; Kleidung; Stoff; Wäsche; Zeug
item	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Artikel; Element; Outlook-Element
object	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Objekt
voorwerp	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug
zaak	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Affäre; Angelegenheit; Betrieb; Firma; Frage; Geschäft; Geschäfte; Geschäftsbetrieb; Handel; Handelsbetrieb; Handelsgeschäft; Handelsunternehmen; Holding; Holdinggesellschaft; Laden; Sache; Transaktion; Unternehmen
Adjective	Related Translations	Other Translations
goed		akkurat; einwandfrei; genau; gewissenhaft; gründlich; gut; haargenau; korrekt; minuziös; peinlich genau; richtig; tadellos

Synonyms for "Gegenstand":

Baustein; Bestandteil; Detail; Einzelheit; Element; Glied; Komponente; Konstituens; Modul; Punkt; Stück; Teil
Ding; Dingens; Dings; Dingsbums; Etwas; Gizmo; Objekt; Sache; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt
Wesentliche; Essenz; Gehalt; Inhalt; Kernaussage; Kerngehalt; Thema
Angelegenheit; Fall; Materie; Thematik; Themengebiet; Themenstellung
Artikel; Gebrauchsgut; Konsumgut; Ware

Wiktionary Translations for Gegenstand:

Gegenstand

noun

waar iets over gaat, een thema
- onderwerp → Gegenstand; Thema
een object, iets dat fysiek bestaat
- voorwerp → Objekt; Gegenstand; Körper

Cross Translation:

From	To	Via
• Gegenstand	→ object; voorwerp	↔ object — thing
• Gegenstand	→ onderwerp	↔ subject — main topic
• Gegenstand	→ ding; mikpunt; object; onderwerp; voorwerp	↔ objet — chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.

Related Translations for Gegenstand

Sägezahnartiger Gegenstand