Summary
German to Dutch: more detail...
-
schlau werden aus:
-
Wiktionary:
schlau werden aus → snappen, verstaan, ontcijferen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for schlau werden aus from German to Dutch
schlau werden aus: (*Using Word and Sentence Splitter)
- schlau: knap; leuk om te zien; slim; uitgeslapen; kien; clever; goochem; bij de pinken; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; scherpzinnig; snugger; bijdehand; raak; gevat; adrem; snedig; link; intelligent; pienter; schrander; arglistig; vaardig; briljant; kundig; vindingrijk; ingenieus; kunstig; spits; handig; bekwaam; behendig
- werden: worden; zullen; rijzen; oprijzen
- aus: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; eruit
Wiktionary Translations for schlau werden aus:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schlau werden aus | → snappen; verstaan; ontcijferen | ↔ make sense — decipher, understand |